Dat de Congolese regering zich wendt tot de internationale financiele instellingen (Worldbank/IDA, IMF, kortweg aangeduid als IFI's) wekt weinig verwondering. Uitgemergeld door decenialang wanbeheer en opgescheept met een miljardenschuld ($ 14 miljard) van de dagen van Mobutu, en sinds bijna 5 jaar in staat van oorlog met zijn oostelijke buurlanden die, by proxi, nog steeds meer dan de helft van het land bezetten, hoopt Kabila op kredieten en reductie van de internationale schuld. Hoewel in het land, ondanks dialogen met de rebellen in het Oosten en Noorden, beslist nog geen vrede heerst, blijken de IFI's opvallend genegen aan deze wensen tegemoet te komen. De grote bodemrijkdommen die buitenlandse investeerders toelachen zullen aan die toeschietelijkheid niet vreemd zijn. Maar het gaat wel onder de neoliberale condities: open markteconomie, privatisering, afslanking van de overheid, enz.
Een nieuw instrument van de IFI's is het zogenaamde Poverty Reduction Strategy Paper (PRSP). Het is een document dat door de client zelf wordt geschreven, en waarin hij laat zien dat hij de gevolgen van door de IFI's geeiste structurele aanpassingen niet voornamelijk laat neerkomen op de meest kwetsbare groepen van de bevolking, of zelfs een bijdrage levert aan de vermindering van de verpaupering die door de SAP's (structurele aanpassingsprogramma's) in de afgelopen decennia is veroorzaakt. Het gaat dus om het vaststellen van een soort 'flankerend beleid' naast de uiteraard onverminderd doorzettende economische globalisering. De aanleiding voor deze noviteit moet gezocht worden in het toenemend verzet bij de verarmde bevolkingen in de landen waar IMF en Worldbank hun sporen hebben getrokken, wat ondermeer blijkt uit demonstraties bij WTO-bijeenkomsten , de aanhang voor het Wereld (Afrikaanse, Aziatische en Europese) Sociale Forum en vormen van burgerlijk verzet, zoals in Zuid-Afrika tegen de privatisering van de watervoorziening. Een PRSP is een oefening in zelfverplichting van een land dat iets van de IFI's gedaan wil krijgen, en dat zijn in Afrika practisch alle landen. Het werkstuk wordt door stafleden van IMF en Worldbank nauwkeurig bestudeerd en gekritiseerd, en wellicht pas na enkele aanpassingsrondes goedgekeurd. In het NePAD-document, de globaliserings-blauwdruk van de hand van de Zuidafrikaanse president Mbeki en enkele andere Afrikaanse leiders, dat Afrikaanse landen de weg naar de vrije wereldmarkt wil wijzen, is zelfs sprake van het organiseren van werkgroepen waarin onervaren regeerders kunnen leren hoe men een PRSP schrijft!
Voor Congo is het daarvoor nog te vroeg. De IFI's beseffen dat het land dringend grootscheepse financiele hulp nodig heeft, maar dat een serieus pro-poor beleid in de huidige situatie onmogelijk is. Men heeft de Congolese regering daarom verplicht tot een voor-oefening, aangeduid als interim-PRSP (afgekort IPRSP). Het document, dat inmiddels de zegen heeft gekregen van de IMF/Worldbank-staf, geeft een beschrijving van bestaande (politieke, economomische, sociale) ellende in het land en doet een poging een weg te wijzen hoe de situatie van de 'armen' in het land over de periode tot 2005 er althans niet verder op achteruit zal gaan. In feite gaat het dan om meer dan 80% van de bevolking, die namelijk volgens de beschikbare cijfers moet rondkomen van hoogstens 20 dollarcent per dag (terwijl men doorgaans de armoedegrens legt bij 1 dollar per dag!). Een enorm probleem voor regeringsplanners en adviseurs is overigens het praktisch ontbreken van betrouwbaar statistisch materiaal.In de laatste decennia van Mobutu, grofweg tussen 1975 en 1997, heeft men niet meer de moeite genomen systematisch data te verzamelen. Men moet zich dus, om trends aan te geven, baseren op schattingen en verder op extrapolaties van cijfers die maar in een deel van het land zijn vergaard. De armoede-indicatoren zijn echter dusdanig dat ze ook zonder al te grote betrouwbaarheid onthutsend zijn. Bijvoorbeeld:
- GDP (bruto nationaal product) per inwoner per jaar: $ 74 [In 1970 was dit $ 307].
- Gemiddelde jaarlijkse groei van het GDP per inwoner over 1990-2000: - 4.6%
- Inflatie gemiddeld tussen 1990 en 1999: 787%
- Scholing meisjes 32%, jongens 50%
- Kindersterfte (tot 5 jaar): 13%.
In het lijvige IPRSP-document legt de Congolese regering uit dat men het beleid wil baseren op 3 pijlers:
- herstel en consolidatie van de vrede
- macro-economische stabilisering en pro-poor growth
- 'gemeenschaps-dynamica'
Voor het eerste wordt uiteraard verwezen naar 'Lusaka' en verder vredesoverleg dat zijn waarde nog moet bewijzen, en naar het zogenaamde DDRRR-proces (ontwapenings-en reintegratieproces). Met macro-economische stabilisering is onder IMF-leiding al een begin gemaakt: streng toezicht op de overheidsuitgaven om de inflatie in de hand te houden, flexibele wisselkoersen, liberalisering van rentetarieven, deregulering van (o.a.) prijzen van olieproducten e.d.. Er is geen diamantmonopolie meer, de Centrale Bank is onafhankelijk, er is/komt een investeringscode en een mijncode.
De aandacht voor community dynamics is volgens het document een specialiteit voor Congo. Men wil leren van de gewone mensen hoe die zich onder de gegeven barre omstandigheden in leven houden en daar beleid op zetten; bottom-up dus, in plaats van top-down wat de regel is in Afrikaanse landen. Zo heeft de overheid in de afgelopen periode een reeks bijeenkomsten belegd, in Kinshasa maar ook daarbuiten, om met de mensen te praten over hoe ze hun eigen situatie beoordelen, wat ze ervaren als het meest schrijnende aan hun armoede en wat dus prioriteit zou moeten hebben bij een beleid van armoede-bestrijding. Dit is inderdaad (voor een niet-techneut) het meest interessante stuk van het document. Uit de consultaties komt een lijst voort die in volgorde aangeeft wat het meest als gebrek wordt ervaren. Bij de lijst (naar afnemend gewicht) van 11 ervaren gebreken staan bovenaan:
1. Gezondheidszorg
2. Onderwijs
3. Schone omgeving (sanitaire situatie)
4. Water en electriciteit.
Dit zijn voorzieningen die de mensen verwachten van de overheid, die 'goed bestuurt'. Tekorten aan werkgelegenheid, voeding, geld enz. komen bij de geraadpleegden bij de armoede-ervaring blijkbaar op een lagere plaats. De schrijvers van het rapport reageren zuur op deze constatering: blijkbaar denken de mensen nog in een 'culture of the providence state'; dat past juist helemaal niet in het neoliberale denken over de staat, zeker niet in een arm land! Ze concluderen dan ook dat het volk blijkbaar nog moet worden opgevoed: "The consultations showed that despite local community efforts to take responsibility for their own affairs, community dynamics has not yet managed to rid itself of this perception. In the consultations to be conducted for the full PRSP, questions regarding the definition and distribution of State and local community responsibilities should be given priority."
Gevreesd moet dus worden dat onder regie van Worldbank en IMF met de wensen van de gewone bevolking niet veel rekening zal worden gehouden.
Nico Dekker
red. Congo-Ned
18 maart 2003