Nieuwsbrief maart 2019/ bijzondere editie

Yangambi is vrij!

We zijn erg blij te kunnen melden dat Firmin Yangambi uit de gevangenis is vrijgelaten! Dit was op 15 maart 2019. Firmin werd op 27 september 2009 in zijn woonplaats Kisangani gearresteerd, onder verdenking van verzet tegen het regime. Hij werd naar de Makala-gevangenis in Kinshasa overgebracht. Zijn gevangenschap onder Joseph Kabila heeft dus 10 jaar geduurd. Firmin die advokaat is en voorzitter van de vredesorganisatie "Paix sur Terre", heeft zijn gevangenschap zeer moedig gedragen. Hij werd als een 'persoonlijke gevangene' van Kabila beschouwd, wat verklaart dat hij niet heeft mogen profiteren van de algemene amnestie voor politieke en gewetensgevangenen in 2014. Tegen zijn ongerechtvaardigde detentie is in de afgelopen jaren verscheidene malen actie gevoerd: door ons ondermeer met informatie richting organisaties als "Lawyers for Lawyers" en richting de diplomatieke vertegenwoordiging van Nederland in Kinshasa. Maar ook internationale juristen uit België, Frankrijk en Spanje vroegen het regime van Kabila om een eerlijk proces, danwel vrijlating voor Yangambi. Door Belgische vrienden werd een actie op internet gestart #Free Yangambi; in december nog stuurden ze een dringende oproep aan Kabila Yangambi vrij te laten. Daaraan heeft dus nu de nieuwe president tot onze vreugde gehoor gegeven.

De context

De vrijlating van Yangambi vindt plaats tegen de achtergrond van de gewijzigde politieke situatie in Congo, waarbij Félix Antoine Tshisekedi Tshilombo (vaak afgekort: Fatshi) de presidentszetel heeft overgenomen van Joseph Kabila. Fatshi had begin 2017 de leiding van de bekende oppositiepartij UDPS overgenomen na de dood van zijn vader Etienne Tshisekedi.

Intussen had Kabila het zogeheten Oudejaars-akkoord dat had moeten leiden tot algemene verkiezingen in de loop van 2017, doeltreffend weten te frustreren. Maar de Congolese bevolking liet het daar niet bij zitten: Het hele jaar 2018 door waren er stakingen ('villes mortes') en demonstratieve marsen, die vaak bloedig werden onderdrukt door ordetroepen van Kabila. Daarbij speelde de Katholieke kerk, in het bijzonder de katholieke lekenorganisatie CLC , die achter de schermen werd gesteund door de katholieke bisschoppenconferentie (CENCO) een belangrijke rol.
Mede door druk van zowel Afrikaanse als westerse landen, zag Kabila zich gedwongen voor het einde van het jaar presidentsverkiezingen te organiseren, waarbij hijzelf niet herkiesbaar was; dit betekende overigens niet dat hij voornemens was zich niet meer met het landsbestuur te bemoeien, zoals weldra zou blijken.

De komst van de verkiezingen, met name de unieke kans om van het gehate regime van Kabila en zijn kliek af te komen, maakte een enorm enthousiasme los bij de bevolking in alle delen van het land. Dit leidde ook tot algemene vastbeslotenheid om te voorkomen dat regering door manipulatie van de verkiezingresultaten de uitslag naar haar hand zou zetten.
Met hulp van ondermeer de CENCO en organisaties van de société civile werd een degelijk systeem van verkiezingswaarnemers opgezet (ruim 40.000 waarnemers voor 20.000 stembureaus) dat de uitslagen van de individuele stembureaus aan de bron registreerde en de overdacht daarvan aan de centrale computer van de nationale kiescommissie (CENI) controleerde.

Het is niet onze bedoeling de gang van zaken in detail te beschrijven. In verscheidene Nederlandse kranten is daaraan uitvoerig verslag gedaan, bijvoorbeeld door Koert Lindijer in de NRC van 29 december en 10 en 11 januari.
Het wantrouwen van de bevolking jegens het regime bleek terecht: er was door het regime en met hulp van de CENI een omvangrijk systeem van manipulatie van de verkiezingsresultaten en fabricage van uitslagen op touw gezet. Deze fraude kwam nu onverbiddelijk in de openbaarheid. Bovendien was er een klokkenluider die alle resultaten van de CENI-computer (vóór de manipulaties) doorspeelde aan externe waarnemers, die uitstekend bleken te kloppen met waarnemingen van de CENCO.

Om kort te gaan; Er waren op de verkiezingsdag drie kandidaten in de race, te weten Ramazani Shadary die door Kabila naar voren was geschoven, Félix Tshisekedi namens de UDPS en de UNC van zijn partner Vital Kamerhe, en een zekere Martin Fayulu. Deze laatste had met een nieuw gevormd verkiezingsplatform Lamuka de steun van enkele bekende tegenstanders van Kabila, zoals Jean-Pierre Bemba (zojuist wegens onvoldoende bewijs vrijgelaten door het Strafhof in Den Haag), Moïse Katumbi, de ex-gouverneur van Katanga die van Kabila het land niet meer in mocht, en enkele anderen.

Fayulu, die zelf geen grote partij vertegenwoordigde, had in de afgelopen jaren naam gemaakt als onverschrokken deelnemer aan de manifestaties tegen de dictatuur van Kabila en bracht in de campagneperiode met Lamuka in het hele land grote massa's op de been voor radikale verandering. Het was dus niet verbazend dat, begin januari, uit een representatieve peiling van de CENCO en een externe organisatie Fayulu verreweg de meeste stemmen bleek te hebben. Op 10 januari kwam de CENI met de 'officiële uitslag' en wees Tshisekedi als overwinnaar aan. Inmiddels is Fatshi bijna twee maanden in functie, maar zijn macht berust op een (geheim gebleven) akkoord met de vertrekkende president Kabila. Diens aanhang (thans FCC oftwel Front Commun pour le Congo geheten) beschikt in het parlement na de (eveneens gemanipuleerde parlementsverkiezingen) over een meerderheid van 350 van de 500 zetels (tegen 50 zetels voor de UDPS). De vraag is of nieuwe president manoeuvreerruimte heeft om beleid te voeren voor de broodnodige verbetering van de situatie van de bevolking.
Aan zijn intenties ligt het niet, zoals blijkt uit de amnestie waarvan Yangambi en verscheidene andere gewetensgevangenen profiteren.

De stichting Amani ya Congo en de werkgroep CongoNed zijn opgericht met als doel actie te voeren voor verbetering van de leefsituatie van de Congolese bevolking. Dit doel is geformuleerd in een tijd dat het volk van Congo bedreigd werd door agressoren aan de Oost-grens, gevolgd door een periode van kleptocratie en onderdrukking. Firmin Yangambi vertegenwoordigde naar onze mening de strijd tegen beide. Met zijn vrijlating is voor onze organisatie een hoofdstuk afgesloten, tot onze vreugde met gelukkige afloop.

Tegelijk rijst de vraag of er anno 2019 voor een organisatie als de onze nog voldoende bestaansgrond is. Congo is een land met grote problemen, maar ook met enorme mogelijkheden. De ontwikkelingen daar verdienen blijvend onze belangstelling, maar we denken dat daarvoor het voortbestaan van onze stichting niet nodig is. Tenzij de geschiedenis een heel andere loop neemt, zal dit de laatste Nieuwsbrief van CongoNed zijn.