RWANDA als CONCENTRATIELAND?
Brief van Congo-Ned aan leden van de Tweede Kamer

Amsterdam, 12 september 2000

Aan de leden van de vaste commissie
voor Buitenlandse Zaken der Tweede Kamer

Geachte heer,mevrouw,

Tot onze verbazing lazen we dat mevrouw Herfkens Rwanda geplaatst heeft op de lijst van landen waar Nederland een intensieve ontwikkelingsrelatie mee onderhoudt. (Zie bericht op pagina 3 van NRC Handelsblad van 9 september jl.)

We hebben hier veel vragen en opmerkingen bij. Het gaat immers om financiele steun van Nederland aan een regiem dat internationaal slecht aangeschreven staat.

Ten eerste:

Zoals u weet heeft de Internationale Diamanthandel besloten niet langer te handelen in zogenaamde "bloeddiamanten", dat wil zeggen diamanten die op illegale wijze verkregen worden en dienen om de aankoop van wapens mee te financieren.

Uit een bericht in INTERNATIONALE SAMENWERKING (blad van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, zie september nummer blz.13) maken we op dat Rwanda diamanten verhandelt die uit Congo gestolen zijn en dat Rwanda hiermee zijn wapenaankopen financiert.
We citeren:
"Rwanda heeft zich de afgelopen jaren ontwikkeld tot diamantcentrum van Afrika, terwijl het land zelf geen diamant produceert. Het land fungeert als illegaal tussenstation voor de diamanten die afkomstig zijn uit de Democratische Republiek Congo en van de verzetsbewegining UNITA in Angola. Om die reden staat Rwanda op een zwarte lijst van de Verenigde Naties."

Ten tweede:

We wijzen u vervolgens op de oproepen van Amnesty International aan de presidenten van Uganda en Rwanda om de moordpartijen in Congo (de DRC) te stoppen. (Zie AI, 30 juni jl.)

Als wandaden die door de Ugandese en Rwandese legers in Congo gepleegd worden, wijst deze organisatie onder andere op wat er onlangs in de Congolese stad Kisangani gebeurde.

Bij de gevechten die in juni plaatsvonden tussen Ugandezen en Rwandezen om het bezit van Kisangani (een stad waar diamanten gevonden worden!) werden willekeurig Congolese burgers neergeschoten. Het Rode Kruis meldt dat daarbij 619 burgers omkwamen.

De Resolutie die hierop door de Veiligheidsraad werd aangenomen (Res. 1304 van 16 juni 2000) eist van Uganda en Rwanda onmiddellijke terugtrekking uit Congo. Maar, tot op heden blijven Rwandese (en Ugandese) troepen doorgaan met hun bezetting van Congolese grondgebied.

Ten derde:

In het jongste rapport van Human Rights Watch over de Campagne tegen het gebruik van Anti-persoonsmijnen worden Uganda en Rwanda vermeld als staten die het Verdrag tegen Anti-persoonsmijnen geratificeerd hebben. (Het internationale 'Mine Ban Treaty', van kracht sinds maart 1999, verbiedt ondermeer het gebruik van anti-persoonsmijnen)

Maar, in de Congolese stad Kisangani hebben beide landen mijnen gelegd.

In het nummer van Jeune Afrique van juli/augustus 2000 zijn foto's afgebeeld van Congolese slachtoffers van deze anti-persoonsmijnen. We zien daar ook een kind wiens ledematen geamputeerd zijn.

Een VN-vertegenwoordiger in Kisangani heeft op 28 juli aan HRW gemeld dat "zowel Uganda en Rwanda mijnen hebben gebruikt tijdens hun gevechten in Kisangani".

Congolese rebellen zeggen dat Uganda en Rwanda meer dan 4000 mijnen in Kisangani achterlieten na de gevechten van 5 tot 11 juni.

Er zijn aanwijzingen dat Rwanda ook op andere plaatsen in Congo mijnen gelegd heeft.

Beide landen, Uganda en Rwanda, handelen hiermee in strijd met het Internationale verdrag. (Zie voor de informatie de website van HRW,http:// www.hrw.org/reports/2000/landmines, voor Rwanda onder het kopje Rwanda)

Om op ons begin terug te komen:

Vindt u als parlementarier dat een regiem zoals dat van Rwanda dat
door middel van illegale diamanthandel wapens koopt,
in een ander land op grote schaal burger-slachtoffers maakt,
internationale resoluties aan zijn laars lapt,
en anti-persoonsmijnen gebruikt

door de Nederlandse overheid met financiele middelen ondersteund moet worden?

Wanneer u het daar niet mee eens bent, vragen we u met klem stappen te ondernemen om de Minister van Ontwikkelingssamenwerking, Mevrouw Herfkens, haar beleid ten aanzien van een dergelijk land laten te wijzigen.

Gaarne zien we uw antwoord tegemoet,

voor werkgroep Congo-Ned

Jean Biampata

Nelly Koetsier