RWANDA en UGANDA voeren OORLOG tegen het CONGOLESE VOLK

Brief van Congo-Ned aan leden van de Tweede Kamer

Amsterdam 19 september 2000

Aan mevr. A.Van Ardenne (CDA)
Hr. A. Koenders (PvdA)
Hr. F.Weisglas (VVD)
Hr. H.van Bommel (SP)
Mevr. F.Karimi GroenLinks)
Hr.J.Hoekema (D66)
Hr. E. van Middelkoop (GVP)
Tweede Kamer der Staten Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
Geachte heer, mevrouw,

In het september-nummer van het internationaal goed aangeschreven blad Newafrican lazen we een artikel over de oorlog in de DRC (Congo), waarvan we u hierbij gaarne een copie toesturen. In het artikel wordt gesproken over Uganda en Rwanda, twee landen die concentratielanden zijn van het Nederlandse ministerie van Ontwikkelingssamenwerking.

Door de steun die door Nederland aan deze landen gegeven wordt voelen wij ons medeplichtig maken aan de oorlog die door Uganda en Rwanda tegen het Congolese volk gevoerd wordt. Op pagina 22 wordt gesteld dat 55 % van Uganda's militaire uitgaven gefinancierd worden door geld afkomstig van buitenlandse ontwikkelingshulp.

Het artikel gaat verder in op de (geo) politieke en militaire achtergronden van de oorlog in Congo. De strekking is dat door het Westen, met name de Verenigde Staten, met de mond idealen als vrede en democratie beleden worden, maar dat voor het Afrikaanse Grote Merengebied kennelijk een andere standaard geldt. Hoewel de Verenigde Staten in staat zouden zijn een einde te maken aan de oorlog, blijven ze juist substantiele politieke en militaire steun aan Uganda en Rwanda verlenen.

We hopen dat u na lezing van dit artikel uw invloed wilt aanwenden om de Nederlandse politiek ten aanzien van Uganda en Rwanda te veranderen. Zolang deze landen immers niet hun militaire troepen uit Congo terugtrekken kan er geen vrede voor de Congolese bevolking zijn.

Met vriendelijke groet, namens Congo-Ned

Nelly Koetsier