Verklaring van werkgroep Congo-Ned n.a.v. het accoord van Sun City

De Intercongolese Dialoog is op vrijdag 19 april in Sun City (Zuid-Afrika) geëindigd zonder overeenstemming van de betrokken partijen. Wel is er een akkoord tussen de regering in Kinshasa en de rebellenleider Jean Pierre Bemba die vanuit de oude residentie van Mobutu, Gbadolite, het noordelijk-westelijk deel van het land beheerst. De eerste berichten duiden erop dat president Museveni van Oeganda, de beschermheer van Bemba, aan het akkoord zijn zegen heeft gegeven. Dit zou erop duiden dat Oeganda heeft begrepen dat de illegale exploitatie van de bodemrijkdommen van Congo door de Oegandese miltaire elite zijn langste tijd heeft gehad en op zijn minst in een legaal jasje gestoken moet worden. De vraag is hoe de opstelling zal worden van de andere warlords die door Oeganda in het zadel zijn geholpen, met name Mbusa Nyamwisi , die het Noord-Oosten rond de stad Bunia beheerst, en Roger Lumbala die vanuit Bafwasende (ten Oosten van Kisangani) een groot gebied controleert. Vooral in het gebied van de zogenaamde RCD/ML van Mbusa hebben de laatste maanden vreselijke massaslachtingen plaatsgevonden onder leden van de Hema- en de Lendustam, die door Oeganda tegen elkaar waren opgezet en van wapens voorzien. Human Rights Watch dat nog onlangs de noodklok luidde en Museveni op zijn verantwoordelijkheid wees, schat het aantal doden in die strijd in de afgelopen periode op 40.000.

Hoe gelukkig moet men zijn met dit deelakkoord? Tenminste twee vragen zijn van belang: Wat is het perspectief voor het land op langere termijn, en wordt een bijdage geleverd ter vermindering van het langzamerhand ondragelijke lijden van de Congolese bevolking? Wat het eerste betreft kan men ernstige twijfels hebben. De achterban van Bemba bestaat voor een flink deel uit oude mobutisten. De gedachte dezen zich weer te zien breed maken in Kinshasa is niet aanlokkelijk. Het onmiddellijke belang van de bevolking is zeker wel gediend bij het openstellen van de grenzen tussen de beide gebiedsdelen. De voedselvoorziening van Kinshasa met zijn 6 miljoen monden zal kunnen worden verbeterd als de vaart over de Congostroom weer vrij is en voedsel uit het achterland de stad weer kan bereiken. Omgekeerd is ook de verarmde bevolking uit Bemba's gebied gebaat bij het hernieuwde contact met de hoofdstad.

Het akkoord tussen Bemba en Kabila laat ruimte dat de door Rwanda gedomineerde RCD/Goma zich erbij aansluit, maar het ziet er niet naar uit dat dit zal gebeuren. De wijze waarop de bezetters de laatste jaren in met name Kivu te werk zijn gegaan (massamoord, verschroeide aarde, verjaging van de niet-Tutsi bevolking) geeft aan dat Rwanda niet geneigd is vrijwillig zijn greep op het gebied los te laten. Ondanks de enorme verliezen aan mensenlevens is echter het verzet van de bevolking, veelal met steun van de lokale kerken, ongebroken. Daarnaast is een breuk gekomen in de gelederen van de Congolese Tutsi (Banyamulenge). Een deel is gaan inzien dat de politiek van Kagame niet hun belang dient omdat de verhouding tussen de Tutsi en de overige bevolking in het gebied definitief dreigt te worden verstoord. Zij hebben de wapens opgenomen om samen met de Mai-Mai de strijd aan te gaan met het leger van Rwanda en de RCD. Hoe dit afloopt is erg afhankelijk van de opstelling van Westerse machten. Laten de EU en de VS Kagame zijn gang gaan als hij de oorlog in Oost-Congo doorzet of misschien zelfs uitbreidt? Of ziet internationale gemeenschap in dat van een interne Congolese dialoog niets verder te verwachten valt zolang de troepen van de drie oostelijke buurlanden het Congolese grondgebied niet hebben verlaten? Als het antwoord op de laatste vraag ontkennend is, is een verheviging van de oorlog waarbij de gecombineerde legers van Kabila en Bemba staan tegenover die van Kagame het meest waarschijnlijk, en zal de hartstochtelijke roep van de Congolese bevolking om VREDE geen gehoor vinden.

Congo-Ned
23/04/02