Aan de leden van de Vaste Commissie
voor Buitenlandse Zaken
Tweede Kamer der Staten Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
Geachte heer,mevrouw
12 maart jl. publiceerde het Ministerie van Buitenlandse Zaken een notitie getiteld:
"Nederland en de Grote Merenregio". Wij zijn zo vrij u onze opmerkingen bij deze notitie toe te zenden, waarbij we gebruik maken van informatie uit de volgende bronnen:
*Rapport van Roberto Garreton, speciale VN-rapporteur voor de mensenrechten in Congo (20 september 2000),
*Rapporten van Human Rights Watch over Uganda en Rwanda, resp. "Hostile to Democracy" (oct.1999) en "The Search for Security and Human Rights Abuses" (april 20000,
*VN-Veiligheidsraadresoluties over de Democratische Republiek Congo.
Lusaka-akkoord
De notitie stelt dat Laurent Kabila het Lusaka-akkoord op alle fronten heeft tegengewerkt (1.2). Dit is niet volledig: alle partijen hebben het akkoord geschonden. Ook moet worden opgemerkt dat Uganda en Rwanda zich niet hielden aan de VN-resoluties die oproepen tot volledige terugtrekking uit Congo. Zo nam de VN reeds op 9 april 1999, dus nog voor "Lusaka", resolutie 1234 aan waarin alle staten opgeroepen worden de territoriale integriteit, politieke onafhankelijkheid en nationale souvereiniteit van Congo te respecteren. De VN vraagt de niet-uitgenodigde staten het land te verlaten en hiermee onmiddellijk te beginnen. In de resolutie 1304 van 16 juni 2000 wordt deze oproep herhaald en worden Uganda en Rwanda met name genoemd. Deze resolutie kwam na gevechten tussen Ugandese en Rwandese troepen in de Congolese stad Kisangani waarbij ruim 600 Congolese burgers gedood werden. Op 14 december 2000 verzoekt de VN Uganda en Rwanda opnieuw het territorium van Congo te verlaten in resolutie 1332. Maar Uganda en Rwanda gaven geen gehoor aan deze oproepen. De inzet van MONUC werd volgens BuZa door Laurent Kabila tot aan zijn dood "gedwarsboomd". Dit is onjuist, want de VN-resolutie van 14 december 2000 meldt dat de Congolese regering de stationering van VN-troepen ondersteunt. Deze ondersteuning kwam nadat er in Maputo een plan tot terugtrekking van vreemde troepen door alle partijen aaanvaard was, waar de Congolese regering mee kon instemmen.
Uganda/Rwanda
In de notitie wordt over Uganda en Rwanda gesproken als landen waar voldoende adequate instellingen bestaan om structurele hulp aan de regering te rechtvaardigen (2.1).Nederland zou als het om mensenrechtenschendingen gaat deze bij de betrokken landen aan de orde stellen. Uit de rapporten van Human Rights Watch blijkt dat het in beide landen gaat om dictaturen waarbij tegenstanders van het regiem uitgeschakeld danwel vermoord worden. Maar de ernstigste mensenrechtenschendingen door Uganda en Rwanda vinden plaats op het grondgebied van Congo. In het rapport van Garreton lezen we onder meer:"...it is the armies of Rwanda, Uganda , Burundi and Rassemblement Congolais pour la Democratie (RCD) which are causing the greatest damage and which have once again committed terrible massacres of the civilian population." Oproepen van Amnesty International aan de regeringen van Uganda en Rwanda om Congolese burgers te beschermen hebben tot nu toe niets uitgehaald.
Hema/Lendu
BuZa schrijft dat het "vierde niveau"zich afspeelt in het Oostelijk deel van Congo (1.3). Het zou onder meer gaan om een etnisch conflict tussen de Hema en Lendu. Dit conflict is echter niet zo maar ontstaan. De Hema (veetelers en van dezelfde etnische groep als Museveni) en de Lendu (landbouwers) leefden eeuwenlang vreedzaam naast elkaar. Totdat de Ugandese militairen het land bezetten. De Hema kregen een voorkeursbehandeling van Uganda en begonnen land van de Lendu te veroveren. Bij de gevechten die ontstonden werden de Hema door militairen van Uganda bewapend. Uganda is dus partij in dit conflict. Het heeft vorig jaar aan naar schatting 8000 mensen het leven gekost. In januari 2001 waren er opnieuw botsingen waarbij meer dan 150 mensen omkwamen. We hebben nooit vernomen dat de Nederlandse regering Uganda heeft aangesproken op deze en soortgelijke mensenrechtenschendingen in Congo.
Democratisering
Zoals de notitie vermeldt moet er volgens het Lusaka-akkoord een democratiseringsproces in Congo komen (1.4). Dit democratiseringsproces was overigens in 1998 in Congo al op gang gekomen na de belofte van Laurent Kabila om in 1999 presidentsverkiezingen te houden. Maar door toedoen van de inval van Ugandese en Rwandese troepen en de daarop volgende oorlog stagneerde dit proces. De Congolese regering vindt terecht dat de vreemde troepen eerst het land moeten verlaten voor de democratisering in Congo voortgezet kan worden. De zg. koppeling van het vertrek van de vreemde troepen aan de Congolese dialoog zou kunnen betekenen dat Uganda en Rwanda hun legers in de bezette gebieden handhaven totdat zíj vinden dat er in Congo genoeg gedemocratiseerd is. Bovendien zal het moeilijk zijn in een land dat voor de helft bezet is een vrije dialoog te houden, daar de Congolese rebellenleiders op steun van Ugandese en Rwandese legers kunnen rekenen wanneer ze vinden dat de dialoog niet verloopt zoals zij willen.
Ten slotte, in de notitie wordt alleen over de noodzaak van democratisering in Congo gesproken, maar niet over die in Uganda, Rwanda en Burundi, terwijl het juist deze landen zijn die hun interne problemen over de grens naar Congo gebracht hebben. Op welke wijze denkt onze regering dat de opstandelingen tegen de regiems van Congo's buurlanden ontwapend en gereintegreerd kunnen worden?
met vriendelijke groet
voor Congo-Ned
Kitenge Yesu II
Nelly Koetsier