Geweld tegen vrouwen in Oost-Congo

Op 20 juni werd een rapport van Human Rights Wach gepubliceerd over het geweld tegen vrouwen in Oost-Congo ten gevolge van de oorlog met als titel: "The War within the War, Sexual Violence against women and girls in Eastern Congo". : Tijdens een speciale bijeenkomst van het Grote-Merenplaform op 24 juni werd deze publicatie gepresenteerd door een vertegenwoordigster van Human Rights Watch, Juliane Kippenberg. Ook een vertegenwoordigster van een Congolese organisatie, Mathilde Muhindo, hield hierbij een inleiding.
Mathilde Muhindo vertegenwoordigt het Centre Olame in Bukavu, een vrouwencentrum dat werkt met steun van de lokale katholieke kerk. "Olame" betekent: "Que tu vive", vrij vertaald: "moge jij in vrijheid leven" De situatie waarin vrouwen in haar land verkeren wordt door haar als volgt samengevat:

- De gezondheid van vrouwen (inclusief tienermeisjes) wordt op grote schaal ernstig bedreigd. Tallozen worden verkracht door soldaten en leden van milities of bendes waarvan velen besmet zijn met hiv/aids . Voor die vrouwen is hiv/aids een tijdbom die ze bij zich dragen. Mogelijkheid om te testen op besmetting is er buiten de steden niet. Jonge vrouwen worden ontvoerd naar kampementen om daar een tijd als sex-slavin te worden gebruikt en dan weer te worden weggestuurd. Alleen al in het Shabunda-gebied zijn 2000 gevallen bekend van vrouwen die verkracht zijn en er hebben de laatste tijd reeds 1000 ontvoeringen plaatsgehad. Vaak vindt een ontvoering plaats bij een overval op een dorp waarbij alles wordt geplunderd: bij terugkomst is weinig meer over, medische hulp is afwezig.

- Op verkrachting rust een taboe. Meisjes die verkracht zijn vinden geen man meer. Het gebeurde wordt zo mogelijk stilgehouden, inclusief dus de mogelijke besmetting met hiv/aids. Er vinden echter ook overvallen plaats met publieke verkrachting door de milities. Wie dat overkomt is voor het leven getekend.

- De mishandeling van vrouwen heeft grote sociaal-econmische gevolgen. Vrouwen spelen immers een centrale rol bij verbouwen van gewassen en de in/verkoop van levensmiddelen op de markt. Omdat het communicatienetwerk totaal is ingestort en de normale transportmogelijkheden niet meer bestaan lopen vrouwen kilometers over wegen door de brousse met goederen om het gezin in leven te houden. Als een vrouw, na verkrachting onderweg of op het land, (fysiek of psychisch) niet meer in staat is dit werk te doen, bedreigt dit direct de overlevingskansen van het hele (uitgebreide) gezin.

- Er heerst totale straffeloosheid: op een misdaad volgt zelden een onderzoek door de RCD-autoriteiten, en practisch nooit vervolging.
Na een verkrachting, of ook uit angst dat dit haar ook zal overkomen, vluchten veel jonge vrouwen naar de stad in de hoop daar veiliger te kunnen overleven.

Wat doet OLAME?
- Vorming en informering van vrouwen: de meesten zijn analphabete omdat het onderwijs is ingestort. Dus leren lezen en inzicht geven in de actuele situatie.
- Vrouwen adviseren hoe je iets kunt opzetten om te overleven. In de stad wordt ook 'micro-krediet' verschaft zodat men een bedrijfje of een handeltje kan beginnen.
- De wandaden aan de kaak stellen, bijvoorbeeld door gesprekken met autoriteiten of door een demonstratieve mars. Daarop wordt door de RCD steeds bot of zelfs bedreigend gereageerd.
- Spreekuur (bureau d' écoute) om de vrouwen haar verhaal te laten vertellen en haar te adviseren over mogelijkheden voor hulp (aids-test, medische zorg, traumaverwerking). Speciaal kinderen die door verkrachting zelf al een kind hebben gekregen zijn voorwerp van zorg.
- Dossiervorming: om te voorkomen dat, als ooit de huidige ellende eindigt, het leed dat vrouwen is aangedaan wordt vergeten of onder de tafel gewerkt.

Human Rights Watch doet enkele aanbevelingen om aan de situatie een eind te maken:

-Er moet grotere politieke druk komen vanuit de internationale gemeenschap op de strijdende partijen. De EU oefent momenteel geen invloed uit op landen waar wel ontwikkelingsfondsen voor beschikbaar gesteld worden, zoals Rwanda, een land dat op ernstige wijze de mensenrechten en in het bijzonder de rechten van de vrouw in Oost-Congo schendt. De oorlogsmidaden tegen vrouwen zijn strijdig met diverse internationale verdragen zoals ondermeer de overeenkomst van Cotonou, een verdrag dat ook door Rwanda ondertekend is. De Europese landen zouden de hulp afhankelijk moeten stellen van de handhaving van dergelijke verdragen.

-Er is een commissie van de VN nodig om onderzoek te doen naar de oorlogsmisdaden en de misdaden tegen de menselijkheid sinds 1996 in Congo.

-Het VN-personeel in Congo zou vermeerderd moeten worden, met name met personeel voor de mensenrechten, en het mandaat van MONUC zou versterkt moeten worden waarbij het beschermen van burgers als taak toegevoegd wordt.

-Er moet een speciaal internationaal programma opgezet worden voor de slachtoffers van sexueel geweld, in het bijzonder vrouwen en meisjes in Oost-Congo.

Tot slot noemde de vertegenwoordigster van Human Rights Watch enkele signalen die een positieve uitwerking kunnen hebben, zoals:

- Een studie die in voorbereiding is bij de VN over behandeling van vrouwen wereldwijd, waarin ook aandacht zal worden besteed an Congo (te verschijnen 2002).
- Het EU-parlement heeft beloofd een hoorzitting aan vrouwen in Oost-Congo te zullen wijden.
- HRW streeft naar de vestiging van een bureau in Oost-Congo om zo bij te dragen aan een betere monitoring.

Redactie Congo-Ned
26 juni 2002